Op zaterdag 16 september stond Arne Verstraeten samen met een 145-tal andere deelnemers aan de start van ‘The Great Escape’, een ultratrail van 161.5 km in lijn, waarbij de deelnemers grotendeels lopen op een permanent gemarkeerd wandelpad vanuit Ettelbruck (Luxemburg) naar Maboge in de Belgische Ardennen. De tocht slingert zich door talloze valleien, wat vaak beloond wordt met spectaculaire vergezichten, maar is bijzonder lastig door het groot aantal hoogtemeters (ca. 6000) en de vele technische passages over rotsen, boomwortels en omgevallen stammen.


Arne kon in de maanden voordien niet optimaal trainen door terugkerende pijn in de linker heup, nog een gevolg van een ongeval 18 jaar geleden. Na behandeling bij een reumatoloog lukte het hem de laatste 3 weken voor de wedstrijd toch om ca. 100 km per week te trainen. Dat is niet zo veel als je weet wat je onderweg allemaal te wachten staat, en dus startte hij zeer behoedzaam, waarbij tijdens de steilere stukken bergop zonder uitzondering op wandelen werd overgeschakeld. De pijn bleef grotendeels weg en na enkele uren werd het conditioneel gevoel steeds beter. Op de eerste bevoorradingen werd slechts kortstondig gepauzeerd, net voldoende om (letterlijk) bij te tanken.


Arne raakte in gesprek met Eric Engelen, die zowat hetzelfde tempo onderhield, en ze besloten de wedstrijd samen verder af te werken in een ontspannende modus, en daarbij zoveel mogelijk te genieten van de omgeving en uiteraard het lopen zelf. De bewegwijzering was niet altijd evident en vaak moesten ze even op hun stappen terugkeren. Terwijl ze na 37 km de ‘drakenrug’ in Hoscheid bedwongen, gloorde de ochtendzon net aan de horizon en daarna liep de temperatuur snel op. Voldoende drinken was de boodschap. Halverwege in Clervaux bleken ze enigszins tot hun verrassing nog steeds in de top-20 te lopen en de benen voelden goed aan. De hemel raakte nu overtrokken en een onverwacht buitje bracht enige welkome verkoeling. De komende 50 km hielden iets minder hoogtemeters in en het ging dan ook vlot vooruit, terwijl stilaan de nacht viel en de koplampen weer aangezet werden. Ze hadden duidelijk goed gedoseerd en passeerden enkele deelnemers. Bij de doortocht in Houffalize wisten ze dat het terug zwaarder zou worden, zeker vanaf de brug over de Ourthe aan de oostelijke kant van het stuwmeer van Nisramont. Tot overmaat van ramp gingen de hemelsluizen weer open en het water zou nu ruim een uur lang met bakken uit de lucht vallen. Snel de regenvestjes aan en dan even bedremmeld schuilen in de laatste post boven op Le Hérou, waar een croque monsieur wat troost bracht. Op de rotsen langs het water en langs de steile valleiwanden was het daarna bijzonder hard opletten om niet onderuit te gaan. Eric schaafde zijn linker bovenbeen tijdens een slipper, terwijl ook Arne uitgleed en gedwongen werd tot een sprong van zo’n anderhalve meter naar beneden, maar beiden konden gelukkig verder. Tijdens de voorlaatste lange klim door de velden van Le Cheslé naar Bérismenil zagen ze een paar honderd meter voor zich uit de lampen van twee lopers. Onbereikbaar, dachten ze, maar toen ze boven eindelijk links de bocht omdraaiden bleken ze hen al bijna te hebben ingehaald. In de volgende kilometers ontspon zich nog een spannende strijd met wisselende posities tussen beide duo’s, waarbij enig risico niet werd geschuwd. Tijdens de laatste klim naar Borzée demarreerden Arne en Eric vlot weg van het andere duo, om twee kilometer later met een minuutje voorsprong de finish in Maboge te bereiken in 24u en 11 minuten, op een gedeelde 12e plaats op uiteindelijk 91 aangekomen lopers in een toch wel sterk deelnemersveld.


Arne eindigde hiermee op 48 minuten van Belgisch kampioen ultralopen Merijn Geerts (6e). Dit is voor Arne bijna drieënhalf uur sneller dan bij zijn eerste deelname twee jaar geleden (toen eindigde hij op een gedeelde 7e plek), toen het parcours er wat zwaarder bij lag en problemen met zijn lamp en de vermoeidheid hem parten speelden. Zonder meer een sterke prestatie, al denkt Arne dat hij met een heup in optimale vorm wellicht nog iets dichter had kunnen eindigen.